16 december 2020
We komen naar u toe (deel-3)
Onze Statenfractie heeft de ambitie om in 2020 alle gemeenten en waterschappen in Zuid-Holland te bezoeken. Die ambitie houden we vast, maar moet helaas doorlopen naar 2021. Ook hiervoor geldt dat ‘corona’ roet in het eten heeft gegooid.
Desondanks hebben we inmiddels 21 van de 42 gemeenten met een ChristenUnie-, SGP- of gecombineerde fractie én 2 van de 5 waterschap fracties mogen bezoeken. Goede ontmoetingen met veel wederzijdse waardering en soms een kritische noot richting de provincie of de provinciale fractie. Laten we met elkaar blijven samenwerken: gemeenten, waterschappen en provincie hebben elkaar nodig. We kunnen ons werk effectiever maken als we snel met elkaar kunnen schakelen, ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid.
Onderwerpen
Zonder de veelheid aan gesprekspunten onrecht aan te doen, wil ik er hier drie onderwerpen uitlichten.
1. In veel gesprekken komen knelpunten in provinciale infrastructuur of kansen of uitdagingen in het regionale openbaar vervoer aan de orde. De provincie werkt daar samen met gemeenten en allerlei belanghebbenden aan. Uiteindelijk besluit de provincie over aanpassingen of nieuwe ‘eigen’ infrastructuur en over nieuwe en te wijzigen openbaar vervoer concessies. Hou ons daarbij scherp en help ons, want jullie hebben kennis van de lokale situatie zoals wij die nooit kunnen opdoen provincie breed.
2. Het tweede onderwerp is de wonen. In Zuid-Holland is een grote behoefte aan woningen; in bijna alle prijsklassen. Het provinciaal beleid en het beleid van onze fractie is en blijft om eerst binnenstedelijk te bouwen. Pas als gemotiveerd uit de regionale woningbehoeften blijkt dat dat niet mogelijk is, dan pas buiten bestaand bebouwd gebied. De reden hiervoor is de kwaliteit van het bebouwd gebied en het zorgvuldig omgaan met onbebouwd ‘groen’ gebied. Dit wordt soms door lokale fracties als (te) beperkend ervaren. De insteek van de provincie en onze fractie is om toevoegen van bebouwing passend bij de aard van de kern of wijk én alleen op bestemmingen met bebouwing. Het doel is uitdrukkelijk niet om parken, speeltuinen of sportvelden om te bouwen naar woningen. Op basis van een goed gemotiveerd verzoek dat hiermee rekening houdt, is instemming om buiten bestaand bebouwd gebied te bouwen een mogelijkheid om in de woningbehoefte te voorzien. Deze opgave verbindt ons allemaal.
3. Tenslotte de Regionale Energiestrategieën (RES). U en wij zoeken onze weg in dit ingewikkelde proces. Wat moet in de RES’en worden opgenomen; en op welke detailniveau? Hoe creëer je -ook in corona-tijd- draagvlak? Hoe kunnen gemeenten, waterschappen en provincie dezelfde RES vaststellen? Het terugbrengen van de CO2-uitstoot wordt behoorlijk breed gedeeld, maar niet bij elke fractie. In alle gevallen is het nog zoeken naar de weg naar dat doel. En belangrijk; het doel moet betaalbaar voor elke Nederlander worden gerealiseerd. Vanuit de provincie speelt specifiek het vraagstuk hoe de 7 RES’en in Zuid-Holland kunnen voldoen aan het provinciaal ruimtelijk beleid; dan wel dat de provincie bij het vaststellen van de RES’en bewust bereid is het ruimtelijk beleid aan te passen, dan wel gebruik te maken van bestaande uitzonderingsmogelijkheden. Gemeenten hebben zelf de taak ruimtelijke functies af te wegen, maar voor de provincie is dit ongeveer haar bestaansgrond: bovenregionaal ruimtelijk ordenen. De ene functie werpt belemmeringen op voor de andere functie. De ene bestemming is wel goed te combineren met een andere bestemming. Een zorgvuldige afweging is noodzakelijk in het belang van iedereen. En een transitie mag tijd kosten om te realiseren. Het hoeft niet volgend jaar af.
Arjan Witte, Statenlid ChristenUnie