19 maart 2016
Voorzitter Kees van den Berg neemt afscheid
Op de jaarvergadering van 18 maart jl. nam Kees van den Berg afscheid als voorzitter van de provinciale afdeling van Zuid-Holland. Secretaris Wim Weijers bedankt hem voor de het vele werk, vergaderingen en gesprekken. Van den Berg was ruim 13 jaar bestuurslid.
Secretaris Wim Weijers bedankte voorzitter Kees van den Berg op de jaarvergadering voor zijn inspanningen voor de provinciale vereniging, nu afdeling, van Zuid-Holland. De afgelopen jaren trokken zij samen veel op om bestuurlijk richting te geven aan de SGP in Zuid-Holland. Vooral het jaar voor de verkiezingen was het altijd heel druk. Voor Kees het tweede afscheid deze week, want de dag ervoor zwaaide hij af bij de Sliedrechtse afdeling, eveneens als voorzitter. Helemaal loslaten is er niet bij: ‘Ik hoop volgend jaar aan de andere kant te zitten als afgevaardigde’, zo vertrouwde hij de vergadering toe.
De afdeling van Zuid-Holland is met bijna 10.000 leden de grootste provinciale afdeling van de SGP. Van de Berg kwam in 2003 in het bestuur van de provinciale vereniging. ‘Bij de bestuursverkiezing waren beide kandidaten onbekend, en de ervaring leert dat dan veelal de bovenste van de kandidatenlijst wordt gekozen’. In 2009 werd hij voorzitter. Van de Berg gaf in zijn afscheidsspeech aan veel geleerd te hebben en veel mensen is tegengekomen. ‘Het kost energie, maar ik heb er ook energie door gekregen. Het was prettig om in zo’n team te werken’, waarbij hij zijn medebestuursleden bedankte. Hij wees erop dat als er problemen zijn, er gebed mag zijn. God heeft veelal veel meer gegeven dan waar hij om vroeg.
Dominee A. van der Zwan, predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerk, sprak in zijn slotwoord ook over het gebed en stelde Daniël als voorbeeld. Daarbij denkt Daniël niet aan zichzelf maar aan zijn volk. Hoewel het lijkt dat Daniël tevergeefs bid, is zijn gebed gehoord en verhoord op Gods tijd. De Dordse predikant legde de aanwezigen een aantal vragen voor: ‘Kennen wij die geestelijke wapenrusting uit Efeze 6? Hebben we geleerd wat Daniël deed? Hebben wij een binnenkamer om de geestelijke nood van land en volk op te dragen?’