21 februari 2022
Vergunningverlening ODH voor woningbouw moet beter en sneller
De ChristenUnie & SGP fractie Zuid Holland heeft het functioneren van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) aan de orde gesteld in de provinciale Statencommissie Ruimte, Wonen en Economie. Waarom? Vergunning-trajecten en ontheffingsaanvragen inzake Wet natuurbescherming overschrijden wettelijke termijnen. Veelal worden de aanvragen niet in behandeling genomen binnen de wettelijke termijn. Ook de beperkte bereikbaarheid en trage afhandeling van correspondentie is een breed gehoorde klacht.
“Voor de woningbouw is dat frustrerend” stelt Gerard van de Breevaart (CU&SGP). “Als Provinciale Staten doen we onze uiterste best om de woningbouw te stimuleren maar dat wordt belemmerd door het tempo van natuurvergunningverlening. De provincie is opdrachtgever van ODH, daarom hebben we het college van Gedeputeerde Staten in het debat bevraagd op haar controlerende en sturende rol richting ODH. “De antwoorden stelden ons vooralsnog niet gerust” reageert Van de Breevaart bezorgd. “We hebben als Provinciale Staten behoefte aan duidelijkheid over welke knelpunten er bekend zijn en wat er aan gedaan is en wordt”.
Gedeputeerde Staten hebben onze fractie toegezegd dat Provinciale Staten in juni 2022 de voortgangsrapportage van ODH zullen ontvangen. Die rapportage zal de fractie beoordelen op de voortgang van de huidige behandelingen van de aanvragen en de effecten van onze financiële impuls. Inzicht in een heldere en duidelijke monitoring van het verloop van de ontheffingsaanvragen en vergunningstrajecten is dan het uitgangspunt, want je moet kunnen meten ‘of maatregelen en de financiële impuls een gunstig effect hebben op de problemen die er zijn’. Van de Breevaart: “Mocht dat onvoldoende inzicht geven, dan zullen wij hierover opnieuw aan de spreekwoordelijke bel trekken. De tussenliggende tijd zullen wij gebruiken om via verschillende manieren meer duiding te krijgen. De impact op woningbouw is gewoon te groot. Dat kunnen we echt niet hebben in deze tijd van woningnood.”