11 februari 2014
Intensieve en extensieve veehouderij
Statenleden konden het tijdens een werkbezoek op 22 januari met eigen ogen zien; een bezoek aan twee veehouderijen moest duidelijkheid geven over het verschil tussen intensieve en extensieve veehouderij.
Intensieve veehouderijen hebben een negatief imago. Onterecht, betogen LTO-Noord en de NVV-West. Beide organisaties hadden de Statenleden van Zuid-Holland uitgenodigd voor een werkbezoek. De Statenleden bezochten twee veehouderijen, een intensieve zeugenhouderij in Woubrugge en een extensieve veehouderij, met varkens en koeien, in Lisse.
Halverwege de vorige eeuw kwam in het Europees Landbouwbeleid de nadruk steeds meer te liggen op een zo hoog mogelijke (vlees)productie tegen zo min mogelijk kosten. Dat ging ten koste van het dierenwelzijn, zo betogen tegenstanders van de intensieve veehouderij al jaren. Ze strijden de laatste jaren vooral tegen het toenemende aantal megastallen. Veehouders stellen daar tegenover dat de steeds strengere regelgeving hen dwingt om grotere stallen te bouwen.
Bij extensieve veehouderijen is er vaker sprake van uitloopmogelijkheden. Wie de stallen aan de binnenzijde bekijkt ziet weinig verschil tussen extensieve en intensieve veehouderij. In beide stallen is veel loopruimte. Het verschil lijkt vooral te zitten in de groepsgewijze stalindeling.
Duurzaamheid en dierenwelzijn staan bij de beide bedrijven hoog in het vaandel, betogen LTO-Noord en NVV-West. Intensieve veehouderijen zouden dan ook niet belemmerd mogen worden om hun bedrijf uit te breiden of op een andere locatie voort te zetten. “De provincie zet de veehouderij op slot, ook als de plannen voldoen aan de eisen voor duurzaamheid en dierenwelzijn”, aldus de beide organisaties.