27 mei 2015

Constructief-kritisch op nieuw college

'Eindelijk bespreken we vandaag het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe oude coalitie. Namens de fractie van SGP en ChristenUnie begin ik met het uiten van verbazing', zo begon Servaas Stoop zijn betoog. ''Ondanks het feit de coalitievorming van vier jaar geleden toch een enigszins bijzonder experiment was, kostte het partijen een maand om tot een hoofdlijnenakkoord te komen. Nu, vier jaar verder, gaven de vier partijen aan graag samen verder te willen "waarbij continuïteit van het beleid en goede onderlinge samenwerking wordt geborgd." (Citaat uit de rapportage van de informateur). Volgens mij is het dan een logische gevolgtrekking dat er binnen de kortste keren een nieuw hoofdlijnenakkoord ligt. Ik heb zowel in het hoofdlijnenakkoord als in het verantwoordingsdocument van de formateur gezocht naar een verklaring voor de lange duur van de formatieperiode. Omdat ik die niet gevonden heb, vraag ik dan ook aan de formateur om aan te geven waarom er maar liefst zes weken nodig waren om pagina’s vol te schrijven met voortzetting van bestaand beleid'. Hieronder zijn verdere bijdrage:

Algemeen beeld
Ik maak een aantal opmerkingen over de inhoud van het akkoord. Onze aanvankelijke indruk was dat er niet heel veel echt nieuwe dingen in staan en dat het document echt het karakter heeft van een volgend boek in een serie: verder gaan op de ingeslagen weg, voortbouwen op al behaalde resultaten. Bij nadere bestudering echter is ons een aantal dingen in positieve zin opgevallen. Complimenten hiervoor.

  • Partnerschap als leidraad. De coalitie wil graag samen met anderen optrekken om de uitdagingen waar de provincie voor staat op te pakken. Daarbij zijn de huidige kerntaken weliswaar uitgangspunt, maar moeten we vooral ook oog hebben voor de complexe maatschappelijke opgaven en meedenken over de oplossingen. Deze houding spreekt ons aan. Niet alleen in de rolopvatting voor de provincie, maar ook in onze onderlinge manier van met elkaar omgaan. De fractie van SGP en ChristenUnie is eveneens vanuit een open houding en betrokkenheid (die de coalitiepartijen willen) graag gesprekspartner bij de uitwerking van dit hoofdlijnenakkoord.
  • Wij waarderen het positief dat we onze inhoudelijke bijdragen herkenbaar terugzien in de tekst. Ik noem de aandacht voor concentratie van ruimtelijke functies in centra, zodat voorzieningen (kantoren, detailhandel) effectiever benut kunnen worden. Van onze kant instemming met de tekst over de impuls voor verbetering van de luchtkwaliteit. En tot slot: erkentelijkheid voor impuls voor de bescherming van ons cultureel erfgoed, een punt waarvoor wij eind 2014 de eerste aanzet hebben gegeven.
  • Ik stop met complimenten. Immers moet het nieuwe college straks het akkoord nog gaan waarmaken.

Nog een algemene opmerking. Het is ons opgevallen dat in de hoofdstukindeling de ruimtelijke ordening pas als derde hoofdstuk aan de orde komt, terwijl dat nu juist een van de belangrijkste kerntaken van de provincie is. Waarom is er voor deze opbouw van het document gekozen?

Omdat we het akkoord later meer in detail in de commissie gaan bespreken, beperken wij ons nu tot een aantal hoofdelementen en vragen naar het waarom van bepaalde keuzen.

Mobiliteit
In de volgorde van het stuk kom ik bij mobiliteit.

  • Wij steunen de inzet om te komen tot één vervoersautoriteit. Onze fractie pleit hier al jaren voor, omdat dit echt gunstig moet zijn voor de reizigers. Moet ik de formulering over het uiteindelijke doel zo verstaan dat eerst de discussie voor het gebied van de Metropoolregio moet worden opgepakt en dat daarna een uitrol voor de hele provincie aan de orde is?
  • Wij staan positief tegenover de inzet voor vervoer over water en het behoud van de veerverbindingen. De keuze voor een zogenaamd revolverend verenfonds komt ons onverwacht uit de boeggolven omhoog. Waarom deze keuze? Is dit simpel op te zetten of is het het meest effectief? Graag een nadere duiding van deze keuze. Als het voor vandaag te technisch wordt, praten we er graag later over verder.
  • De coalitie wil overleg met het Rijk over maatregelen voor de ontlasting van de Ruit van Rotterdam. Onze fractie vindt dit nogal vaag. Datzelfde geldt voor de passage over de verbetering van de bereikbaarheid van de Duin- en Bollenstreek. Wat moeten we ons concreet voostellen bij deze teksten: wel of geen A13/A16-verbinding of A4-Zuid en wel of geen Duinpolderweg?
  • Over echte knelpunten gesproken: we hebben een alinea over het afmaken van de goede bereikbaarheid tussen Leiden en Katwijk, dus een adequate aansluiting van de Rijnlandroute op de te vernieuwen infrastructuur bij Katwijk pijnlijk gemist. Dat geldt ook voor een inzet ten aanzien van de N57 en N59. Was het de moeite niet waard er iets over op te schrijven?

Groen, water en milieu
Op het terrein van groen, water en milieu wordt voortgebouwd op het huidige beleid.

  • Zo komen er geen plannen voor nieuwe natuur. Terecht: nu eerst gaan uitvoeren, waar we eerder besluiten over hebben genomen. Terecht geldt hierbij ook de voorwaarde van duidelijkheid over het beheer en onderhoud. Wel vragen we ons af waarop het extra bedrag voor het uitvoeringsprogramma Groen is gebaseerd. Is de € 10 miljoen per jaar bedoeld voor dekking van een tekort, voor versnelling of iets anders? Die ene zin hierover is wel erg kort door de bocht. Graag een toelichting.
  • (Extra aandacht voor toezicht en handhaving stond bij ons ook hoog op de lijst. Prima dus.)
  • De alinea over de recreatieschappen lezen wij in elk geval zo dat de voornemens over beëindiging van de provinciale rol in recreatieschappen losgekoppeld zijn van de discussie over de consequenties van de afbouw van de Groenservice. Over beide punten moet wel duidelijkheid komen, ze hebben wel met elkaar te maken, maar moeten niet door elkaar gehutseld worden. Klopt onze lezing?
  • We kunnen redelijk uit de voeten met de paragraaf over de landbouw. De fractie van SGP en ChristenUnie heeft echter een concreet zorgpunt. Er wordt gesproken over de maximale grootte van bouwblokken. Voor de akkerbouw wordt een andere benadering gekozen dan voor de melkveehouderij. Waarom is deze keus gemaakt? Als we landschappelijke kwaliteit een duurzame en efficiënte bedrijfsvoering als uitgangspunten nemen, worden volgens ons kansen gemist en de noodzakelijk kwaliteitsverbetering op slot gezet in plaats van bevorderd. Bij de concrete uitwerking willen wij de nu gemaakte keus graag nog eens tegen het licht houden. Dat geldt ook voor de regeling glas-voor-glas.
  • De passage over de bestuurssamenstelling van de waterschappen is vreemd. Op basis van landelijk evaluatieonderzoek is het voorstelbaar dat het aantal geborgde zetels teruggaat naar het wettelijk minimum. Over een principekeus kun je van mening verschillen, maar dat kan niet op basis van een onderzoek dat er nog helemaal niet is. Dus wat ons betreft pas discussie na het onderzoek en niet nu al voorsorteren.
  • Nog een vraag over de inzet ten aanzien van luchtkwaliteit. Waarom wordt daar geen bedrag aan gekoppeld? Iedereen kan toch bedenken dat een actieprogramma geld kost?

Ruimtelijke ordening
Op het terrein van de ruimtelijke ordening lezen we veel herkenbare zaken. Er doet zich wel een spanningsveld voor. Er moet een cultuurverandering komen naar een actief meedenkende provincie. Echter kunnen we in dat meedenken nooit uitgaan van een nulsituatie. Er is altijd een voorgeschiedenis. Er zijn en blijven provinciale beleidskaders voor gemeenten. Wij zijn dus zeer benieuwd hoe de nieuwe gedeputeerde het meedenken vorm gaat geven, zonder dat het beeld of de karikatuur ontstaat van de provincie die toch de eigen regels wil doordrukken.

Energie
We hebben veel begrip voor de voornemens ten aanzien van de noodzakelijke energietransitie. De instelling van een energiefonds ter grootte van € 100 miljoen vinden we echter nogal onbepaald. Waarom dit bedrag en niet het dubbele, de helft of een kwart? Hier moeten we nog eens goed over doorspreken aan de hand van concrete en onderbouwde voorstellen.

Maatschappij
De zorg- en welzijnstaken liggen bij gemeenten. Daarom worden de ondersteuningsactiviteiten afgebouwd. Eigenlijk zouden deze dus ook door gemeenten moeten worden overgenomen. Er blijft echter wel een taak op het gebied van het volgen van trends en ontwikkelingen. Wij willen graag betrokken zijn bij de doordenking van de consequenties van de gemaakte keuze en zo nodig de voornemens laten bijstellen.

Bestuur, organisatie en financiën

  • Na herlezing van de paragraaf over samenwerking met inwoners, gemeenten en regio's vroegen wij ons af wat het kenmerkende verschil is met de teksten en de uitwerking daarvan in de nu afgelopen periode. Wat gaat er concreet veranderen? Graag uitleg.
  • Ten slotte het geld. Alles heeft uiteindelijk zijn prijs. We zijn positief over de verlaging van de opcenten. Maar..
  • Wat we niet goed snappen is, dat eigenlijk geen aandacht besteed wordt aan de dekking van beheers- en kapitaallasten. In de vorige periode is er vastgesteld dat er nog een belangrijk deel nog niet financieel gedekt was. Is de problematiek vanzelf opgelost? Hoeven er geen reserveringen meer gedaan te worden ten laste van de financiële ruimte. Volgens ons ging het om een zo groot bedrag dat je dat niet even uit de voering van een mouw haalt. Daarover willen we meer weten om goed inzicht te hebben in het financieel kader van het hoofdlijnenakkoord.
  • (Overigens zit er nog wel een impliciete bezuiniging verstopt in de formulering dat de budgetten de nullijn volgen en niet voor inflatie worden gecorrigeerd.)
  • Als laatste op dit punt: het zogenaamde 'gesloten' systeem betekent volgens ons een inperking van de mogelijkheden om een integrale afweging over de financiën te maken. Als je de categorieën blijft uitbreiden of meer schotten aanbrengt, valt er uiteindelijk niks meer integraal af te wegen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Graag een motivering.

Tot slot
De fractie van SGP en ChristenUnie kijkt constructief-kritisch naar dit hoofdlijnenakkoord. Ik zou nog allerlei vragen willen stellen bij de titel, waarvan wij vonden dat de vlag de lading maar ten dele dekt. “Slimmer, schoner en sterker”. In vergelijking met wie of wat? Ten opzichte van wie of wat? Ik heb geen aandrang gehad om een alternatief te bedenken. Net zoals ik een prikkelende denkbeeldige samenspraak over de portefeuilleverdeling achterwege laat. Iets voor een andere gelegenheid misschien...

Afsluitend: wij hopen op een positieve samenwerking. Vanuit "Geloven, durven, doen", gaan we "samen voor Zuid-Holland".