1 juni 2011

Bestuurslid met een functioneel karakter

Graag voldoe ik aan het verzoek om in het kort iets te schrijven over mijn ervaringen als DB lid van het Hoogheemraadschap. Bij de verkiezingen in 1995 werd ik voor het eerst (toen nog het via personenstelsel) gekozen in het algemeen bestuur, en daaropvolgend in het DB van het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard. In het begin was dat best even wennen, echter met mijn bestuurlijke ervaring binnen de landbouworganisaties en de kennis van het  gebied ging dat vrij snel.

Bij de portefeuilleverdeling kreeg ik Waterkeringen en wegen, boeiend, maar voor mij met mijn agrarische achtergrond wel een onbekende materie. We hadden in de Krimpenerwaard een kleine organisatie met korte lijnen tussen bestuur en medewerkers. Dat had het voordeel dat lange periodes van voorbereiding niet zelden vermeden konden worden.
Nadeel was dat je als kleine organisatie op onderdelen heel kwetsbaar bent. Dat werd ook een belangrijk argument bij de reorganisatie van de Waterschappen. Daar werden tussen de Provinciale politiek en de waterschappen langdurig en pittige discussies over gevoerd, waardoor er per 1 januari 2005 in Zuid-Holland nieuwe Waterschappen ontstonden.
Inmiddels was het voor mij de tweede bestuursperiode, waarin ik de laatste 3,5 jaar waarnemend dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard mocht zijn.
Al met al kon ik terug zien op een mooie periode in mijn bestuurlijke loopbaan.

Per 01-01-2005 ging het gefuseerde Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard van start. Op dat moment had ik geen ambities mee te doen met de verkiezingen om twee redenen. Eerste reden was mijn positie als waarnemend Dijkgraaf in de Krimpenerwaard. Tweede reden was dat ik op dat moment nog lid was van de Provinciale Staten. Echter in 2008 begon het weer te kriebelen en heb ik mee mogen doen via de lijst van de SGP, de eerste verkiezingen via het lijstenstelsel. Direct na de verkiezingen hebben we een fractie gevormd met de ChristenUnie, waardoor ik een plaats kregen in het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden. Ook dat was wennen, een groot waterschap met een groot stedelijk gebied met grote tegenstelling in belangen, met portefeuille Waterkwantiteit wat gezien mijn achtergrond goed bij me past.

Als ik na 2 jaar en 4 maanden daarop terug kijk moet ik stellen dat het een korte maar boeiende tijd is geweest, waarin het mogelijk was om samen te werken met collega bestuurders en medewerkers die veel voor mij hebben betekend. In het bijzonder op momenten dat het voor mij in privé omstandigheden moeilijk was. Voor mij staat vast, dat de Waterschappen met hun functionele karakter bestaansrecht hebben, en in de toekomst moeten houden.

Afsluitend kan en mag ik terug zien op een mooie boeiende periode in mijn bestuurlijke loopbaan. Bovenal met dankbaarheid aan de Heere God die mij de kracht en het vermogen gaf dit mooie werk in alle gebrek te kunnen en te mogen doen.

Jaap Slingerland